dinsdag 15 maart 2011

Grunberg helpt

Een paar weken beleden schreef ik een mail naar Arnon Grunberg, naar aanleiding van zijn column 'Grunberg helpt' in Vrij Nederland:


""Op 4 december j.l., was u aanwezig op een concert van ondergetekende in de Noorderkerk te Amsterdam, ter gelegenheid van de 75ste verjaardagen van Arvo Pärt en Terry Riley. U schreeÍ later over dit concert in uw column op de voorpagina van de Volkskrant. U vermeldde de locatie en de componisten, maar niet de uitvoerders en bedenkers van het pÍogÍamma, het Amstel Quartet. Hoort bii de beschrijving van een concert niet ook de vermelding van de muzikanten?
- met vriendelijke groet, Ties Mellema ""

Ik moet zeggen, ik was een beetje van mijn stuk door het volgende antwoord:

""Het is u misschien ontgaan dat mijn dagelijkse column in de Volkskrant nooit meer dan 149 woorden telt. Componisten leken me in dit geval belangrijker om te noemen dan de uitvoerders en bedenkers. U zult ook beseffen dat een column op de voorpagina geen recensie is. Als het om een recensie ging, had ik begrip gehad voor uw vraag. Nu heb ik het gevoel dat uw ijdelheid veel weg heeft van een terriër met hondsdolheid. Ik raad u aan de terriër naar het asiel te brengen.""

Typisch was dat ik eerst dacht dat hij misschien wel gelijk had. Was mijn vraag inderdaad een gevolg van mijn ijdelheid?

Ik ben nu in Zuid Frankrijk, verstoken van de meeste vormen van moderne communicatie. Genoeg gelegenheid om na te denken. Onder andere hierover.

Mijn vraag was het gevolg van oprechte nieuwsgierigheid. Grunberg noemde alles behalve de uitvoerders. Ik vroeg me af waarom. Toen ik dit uitlegde aan mijn vriendin zei zij me dat ik het beter ook zo had kunnen vragen. De vraag zoals ik hem hierboven stelde in Vrij Nederland kan retorisch worden opgevat. En bovendien, er spreekt kennelijk ijdelheid uit.

Ik ben zo ijdel als ik moet zijn om muzikant te zijn. Een vermelding op de voorpagina van de Volkskrant is altijd leuk. Maar het zou vooral aardig zijn te weten waarom wij geen blijvende indruk hadden gemaakt. Als ambitieuze muzikant wil ik mijn favoriete muziek zo veel mogelijk laten horen. Daarvoor is het belangrijk dat mijn naam circuleert.

Wellicht is het ook een compliment. Brachten wij de intenties van de componisten zo direct over dat we onszelf als het ware hadden 'uitgezet'?

Ik mag het graag denken.

Het antwoord bleek prozaïscher, 149 woorden...