zondag 31 januari 2016

Done. Now I go on.

I just finished the two performances of the Denisov Concert for alto saxophone and orchestra, the Dutch premier. I felt satisfied about them. I played well and felt good on stage. Also some colleagues commented that they liked my playing. Which is the best test case. A concert is always a bit more exciting with a colleague in the hall.

Right now I am still full of adrenaline. Probably I will crash tonight or tomorrow. But it was certainly worth it. The piece and the people I worked with gave me so much energy. 
Arjan Tien, the conductor, became a good friend of mine while working together. The orchestra was fantastic. They tried so hard to do the Denisov and succeeded! Not only musically (bravo!!) but also production-whise: raise the extra money for the percussion and the rent of the scores. And to programme something  avant-garde-ish like this takes a lot of courage. 

It all came together perfectly!

(Sometimes the best moments for
pictures are right in front of my house)


It was probably a show of a bit too much hubris to undertake this project. But I felt I had to do it. I practiced this piece during my chemo therapy and I wanted to close something off, or rather, start a new period. Not that I am better yet. I still lack muscle power and the fatigue can be quite overwhelming. But not this weekend! I played, and played well, even if I don't count that I had a chemo some weeks ago I can say this. 

Now reset and rest, train, and try to get back in my daily rhythm. Because one the reasons I could do this was that I hardly do anything else yet. But I could never work a week of 50 hours like seven months ago. And maybe I shouldn't anymore. 

Well, that's something I do not want to worry about yet. I want to enjoy this victory. Because although I did not experience the chemo as a fight against cancer, finishing this project successfully feels like a victory. 

zondag 24 januari 2016

Men en Gevoelens, december 2015

Dit artikel schreef ik voor de 'Mens en Gevoelens' en verscheen in december 2015. 'Mens en Gevoelens is het tijdschrift van het Betty Asfalt Complex, Paul Haenen en Dammie van Geest.

Iedereen heeft wel momenten in zijn leven die de hele boel op zijn kop zetten. Ik heb er twee gehad. In 2008 werd mijn rechterhand voor de helft verlamd na een ongeluk in de keuken. De artsen zeiden dat ik nooit meer zou kunnen spelen. Toch is me dat gelukt, met wat aanpassingen aan mijn saxofoon en in mijn techniek. Ik heb destijds een half jaar niet kunnen spelen en nog een jaar in onzekerheid gezeten of ik professioneel zou kunnen blijven spelen.

Ik weet nog dat toen ik op de grond lag, ik me realiseerde dat er iets grondig mis was met mijn hand. Ik dacht toen al na over een andere carrière. Ondanks het feit dat het een tijd was die ik niet had willen meemaken, heb ik me in deze tijd gerealiseerd dat ik saxofonist ben, dat het onderdeel is van mijn persoonlijkheid. En tegelijkertijd wist ik na deze tijd ook dat ik zonder saxofoon kon, dat ik er niet van afhankelijk ben. Dat ik Ties Mellema ben, met of zonder saxofoon.

Eerlijk is eerlijk, na een paar jaar werd deze wijsheid weer wat naar de achtergrond geduwd. De hectiek van het dagelijkse zzp-leven. Ik ging weer door, projecten bedenken en uitvoeren. Twee kinderen gekregen. Mijn leven ging weer verder, alsof er weinig was gebeurd.

Tot ik in juli op vakantie naar Mexico ging. Ik had al een paar maanden wat vage klachten van pijntjes op de borst. Daar ben ik mee naar de huisarts gegaan. Die sloot iets met hart uit en verder weten we het aan spieren. Ik had op dat moment een nogal heftige blessure aan mijn schouder.
In Mexico kreeg ik ineens veel meer pijn aan de borst, tot aan bijna ondraaglijk. Ik was bang dat ik misschien toch een hartaanval had. Ik ben toen naar een internist aldaar geweest. Die diagnosticeerde mijn pijn met reflux. De arts de week erna ook (want de pijn werd erger). Nu is het zo dat Mexico een van de dikste landen ter wereld is. Waarschijnlijk is de diagnose reflux daar een stuk gebruikelijker dan hier. De internist liet ook nog een echo maken omdat ze zag dat mijn linkerborstspier een stuk groter dan mijn rechter was. Ik weet dat aan het feit dat ik saxofoon speel vanaf mijn achtste jaar. Mijn lichaam is ongelijk daardoor. Toch liet ik de echo maken, ik weet eigenlijk niet precies waarom. Daar kwamen een paar flinke zwellingen in de linkerborstspier uit waarvan ze niet konden zeggen wat die waren. Ik moest het in Nederland laten uitzoeken. Ondertussen kon ik mijn vakantie wel afmaken. Er was geen haast.

Eenmaal terug in Nederland ben ik na landing gelijk naar de huisarts gegaan en die stuurde me met spoed door naar het ziekenhuis. Na een maand met allemaal testen en onzekerheid bleek dat ik Hodgkin had. Een paar weken lang wist ik niet wat ik had. Het had een kanker kunnen zijn die behoorlijk wat kwaadaardiger was, zoals spier- of thymuskanker: Alles is relatief!

De ziekte van Hodgkin is van alle ongeveer honderd kankers de best te genezen van allemaal. Wat een ‘meevaller’! Althans, zo kwam het bericht over. De week ervoor kreeg ik al te horen dat ik lymfklierkanker had, ook al een relatief goed bericht. Want lymfklierkanker is over het algemeen redelijk tot zeer goed te genezen.

Uiteindelijk bleek dat ik dan toch een stadium 4 Hodgkin patient was (het hoogste stadium), mijn kansen op genezing zijn wel behoorlijk hoog: 90%!
Met een zware chemokuur, dat wel…

Die chemokuur maak ik nu door. Terwijl ik dit schrijf zit ik in de achtste week. Ik heb er bijna drie kuren op zitten. Ik ben op de helft.

Ondertussen heb ik tijd. Op goede dagen probeer ik de chemo als een sabbatical te zien. Op slechte dagen bingewatch ik series, ben ik misselijk en heb ik een vieze smaak in mijn mond.

Het ligt in mijn aard om hier wat uit te halen. Ondanks het feit dat ik me realiseer dat deze kanker mij is overkomen zonder reden, moet ik hier wat mee. Ik weet nog niet goed wat.

Loslaten is er in ieder geval eentje van. Dit is me overkomen. De tijd die ik bezig ben met de chemo moet ik uitzitten. Het is geen gevecht, ik lever geen strijd. Ik weet dat dit veelgebruikte metaforen zijn om het ziekte- en chemoverloop van kanker te beschrijven, maar ik voel het niet zo.
Ik moet nu ook niet gaan nadenken over mijn leven, over wat ik wil, wat ik ga doen. Ik dacht in het jaar voor de diagnose dat ik in een midlife crisis zat of dat ik wellicht een burn-out had. Hoe het ook zei, ik was moe, hondsmoe, eigenlijk al een paar jaar, maar in ieder geval het laatste jaar. Dat is nu voor een groot gedeelte verklaard: kanker. En de chemo helpt mijn brein nu niet met het oplossen van deze vraagstukken, als ze überhaupt nog bestaan als ik beter ben.

Uitzitten, beter worden, herstellen, dan zien we wel verder.

Maar hoe kom ik nu mijn dagen door? Het belangrijkste zijn de dingen die ik moet doen om te overleven: eten, slapen, bewegen. Dan familieleven, saxofoonspelen, vrienden en creëren.
Fotografie herontdekte ik in 2011 en ik ben er sindsdien door bezeten. Fotografie heeft me laten ontdekken wat het is om iets te maken vanuit het niets. Ik heb altijd gevochten tegen de notie dat klassieke muziek gaat om reproduceren, dat het toch eigenlijk heel creatief is: programma’s maken, arrangeren, interpreteren, fraseren, tempi kiezen, zelfs af en toe wat improvisatie. Maar dat is toch wat anders dan met niets beginnen, een foto afdrukken en die ophangen. Dat geeft een kick.

Bovendien gebruikte ik van alle zintuigen eigenlijk alleen mijn oren intensief: mijn ogen waren tot 2011 vooral om bladmuziek te lezen en vrouwen te kijken.

Tijdens mijn chemo ben ik veel aan het wandelen, altijd met camera, en maak foto’s van alles dat me interesseert, dat mijn aandacht trekt. Als ik muziek maak moet ik toch altijd wel op de één of andere manier rekening houden met hoeveel en welk publiek eventueel naar mijn voorstelling zou komen. Dat hoef ik met fotografie niet. Ik maak deze foto’s voor mezelf. Alhoewel dat wel moeilijker vol te houden wordt. Op een gegeven wil ik mijn werk ook laten zien.

Ik fotografeer de afgelopen jaren vooral voor, tijdens en na concerten. Tours met het Amstel Quartet zijn inspirerend, we komen op zo veel verschillende plekken, Amerika, Canada, de Antillen, noem maar op.

Daar is nu Amsterdam zelf een stuk uitgebreider bijgekomen. Een extra dimensie, het verkennen van plekken waar ik al veel ben geweest. Het vinden van een nieuw perspectief. Dat geeft me veel.

En ondertussen ben ik ook bezig met compositielessen. Ik heb de smaak te pakken. Ik wil creëren.

maandag 11 januari 2016

Twee foto's, twee verhalen

Fotograaf Artie Groenendaal maakte een verhaal bij een foto van mij, en ik bij eentje van hem.


Foto: Ties Mellema, tekst: Artie Groenendaal:
De echte Plasticman

Al maanden ben ik op zoek naar de superheld Plasticman, hij schijnt echt te bestaan, misschien aan ’t eind van deze laan? In de ban van de Plasticman, camera in de aanslag, van straat naar straat, maar iedere keer net te laat.
Tromgeroffel klinkt op het plein, zou het ‘m dan echt zijn? Wat een opwinding iedereen praat, eindelijk Plasticman op de gevoelige plaat.

Foto: Artie Groenendaal, tekst: Ties Mellema:
Ik vind het heerlijk om in de tram te zitten. Vroeger vond ik het niks. Het duurt zo veel langer dan fietsen. Daar was ik vroeger veel te onrustig voor. Met 20 afspraken op een dag. Misschien hoort dat wel bij het ouder worden, dat je soms wat meer tijd voor dingen wilt nemen. In de tram heb ik even wat ik-tijd. Als ik treinreis kan ik werken, maar in de tram gaat dat niet. Ik kan hooguit een beetje lezen. Maar meestal kijk ik om me heen, naar buiten, de mensen in en om de tram, de stad. Ik hoef niets in de tram
De vrouw op de foto is in gedachten verzonken, ze heeft haar ogen dicht. Ze ziet de drukte op het Koningsplein niet. Ze zit in haar eigen wereld. Ze ziet er rustig uit. Bijna mediterend. Ik deed mijn hand voor mijn mond zoals de vrouw in de foto. Als ik echt rustig zou zijn zou ik dat niet doen, dan zouden mijn handen op mijn schoot liggen. Deze vrouw wil zich afzonderen van de mensen om zich heen. De hand creëert een barrière tussen haar en haar omgeving. Misschien vindt zij reizen met de tram helemaal niet zo lekker. Misschien voelt ze zich opgesloten en doet ze alsof ze ergens op haar 'special place’ zit met haar ogen dicht.
De tram ís mijn special place.

vrijdag 8 januari 2016

Open dag Fontys Conservatorium, kom langs voor een gratis les!

Kom voor een gratis les van mij en Andreas van Zoelen naar het conservatorium van Tilburg tussen 12:30-14:30! Voor meer info, locatie, en dergelijke: https://www.facebook.com/events/172297163129148/

Ik en mijn collega Andreas van Zoelen zullen op 24 januari open lessen geven. Ikzelf ben er van 12:30-14:30. Zorg dat je je instrument meeneemt en een stuk of étude die je goed kent. Dan gaan we samen eens kijken hoe de zaken er voor staan.

En natuurlijk geef ik ook advies over de studie zelf, en over de studiekeuze. Ikzelf heb veel moeite gehad met alle keuzes die op me af kwamen toen ik voor mijn studiekeuze stond. Uiteindelijk heb ik de juiste keuze gemaakt en heb voor het conservatorium, klassiek saxofoon, gekozen.
Ik heb de hele wereld gezien, van het Concertgebouw tot Carnegie Hall. Ik speel met het Amstel Quartet (www.amstelquartet.nl), als solist, met Remy van Kesteren en Rembrandt Frerichs, om maar wat te noemen.

Dagblad Trouw noemde me een paar dagen geleden in deze context:
"We noemen Bram van Sambeek, Ties Mellema, Erik Bosgraaf, Izhar Elias, Lavinia Meijer, Klaartje van Veldhoven, Ralph van Raat, Rembrandt Frerichs, om in Nederland te blijven.Allemaal op zoek naar klassiek met een twist, naar een formule om jongeren naar die zogenaamd hermetische wereld van de klassieke muziek te lokken. "
Hier vind je wat video's van me:Als solist: https://www.youtube.com/watch?v=aNXBhmbGymYhttps://www.youtube.com/watch?v=2R1Ei8ozSyQMet Gustavo Dudamel: https://www.youtube.com/watch?v=On0zKhlyohYMet het Amstel Quartet: https://www.youtube.com/watch?v=BIHuhIB_Whwhttps://www.youtube.com/watch?v=LCI4ebJRyacMet The Four Baritones (4 baritonsaxofoons!): https://www.youtube.com/watch?v=rmGN7KnAvho
Als jij nog niet weet wat je wilt, kom eens langs om met me te praten.
Over mijn manier van lesgeven:
-Een van de belangrijkste dingen die ik je wil meegeven is zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid in het algemeen. Ik wil datje na je studie op eigen voeten kan staan en sterk genoeg in je schoenen staat om een eigen artistieke en praktische lijn te bepalen. Het liefst begint die lijn al tijdens je conservatoriumtijd.
-In de meeste gevallen is het verstandig ervoor te kiezen de vooropleiding in te gaan. Dan heb je een jaar extra. Zelfs al zou je klaar zijn voor het eerste jaar. Mocht dit om bijvoorbeeld financiële redenen moeilijk mogelijk zijn, dan zouden we het kunnen hebben over een eventueel extra jaar aan het einde van je studie.
-Muziek maken is een ambacht. En daarvoor hebt je techniek nodig. De eerste één tot twee jaar zul je heel veel bezig zijn met techniek. Denk hierbij aan toonladders, études (Klosé, Berbiguier, Terschack, Ferling, etc.). Natuurlijk studeer je hier ook voordrachtstukken bij om de techniek in de praktijk te brengen.
-Het verschil met de muziekschool is dat de motivatie nu vooral vanuit jezelf moet komen. Ik ben je coach. Ik vertel je wat er beter kan en wat er goed gaat. Muziek kan altijd beter, en we zullen ons uiterste best gaan doen om er het maximale uit te krijgen.
-In de tweede helft van je studie gaan we ons meer en meer focussen om al iets van een eigen lijn en visie te vinden, naast het raffineren van je techniek.
-Aan het einde van je studie zal een eindconcert geven. Dit is altijd een groot feest. Je presenteert hier wat je hebt geleerd de afgelopen jaren. Het presenteren van een goede en zo probleemloos mogelijke techniek is belangrijk, maar je moet ook laten zien waar je je de komende jaren mee gaat bezig houden in artistiek opzicht.