zaterdag 7 maart 2009
Listening to the radio tonight I heard Jeroen Weijerink speak about th...
And I started thinking... it's a good word play. But to make a whole programme out of it... I could have done it as well... I admit... But is it necessary? Besides the fact whether t's a good title and a good concert. Because I am sure it will be: Jasper de Waal and Jorgen van Rijen!
But again, do concerts need to be based on concepts. And in this case even a non musical concept? During Radio Kootwijk we tried to make a concert without form. To find the best way for the music to reach the audience. The best communication. Sometimes I think of concert forms first and then I need to find music to fit in the concept. Which could work. But still... the best Amstel CD's, the strongest concepts are always the ones that combine our tastes. The programmes that do not seem to have a conceptual connection. We choose works that we like and pieces that we think are a nice combination... intuitively... During Radio Kootwijk we also found out that authenticity is very important. Maybe even number one... Presenting music to an audience... I get more and more the feeling that I want to play concerts that I feel strongly about in some way... without having to think off funny word plays, 'modern' and trendy concepts... It's a but vague, I know...
Something will come out!
dinsdag 3 maart 2009
Stageverslag Ties Mellema Fontys Conservatorium Tilburg
Door Lars Niederstrasser, student aan het Conservatorium van Amsterdam
Organisatie van de les, tijdindeling en lesmaterial
De structuur van de les is: eerst toonladders, dan etudes ( Ferling of Klosé) en vervolgens een werk uit het saxofoonrepertoire (Hindemith, Ward, Schulhoff) of een transcriptie (Schumann). Bij de gevorderde studenten slaat Ties de toonladders en etudes over omdat het de laatste les voor een voorspeelmiddag en een auditie is. De tijdsindeling is flexibel; hij neemt zo veel tijd tot dat de onderwerpen die verbeterd moeten worden, zoals muzikale vrijheid, ritmiek, artikulatie, klank, vibrato, ontspannen vingers, studeermanieren, een keer goed of beter gelukt zijn. Degenen die stukken voor de volgende voorspeelmiddag hebben voorbereid laat hij het stuk eerst een keer doorspelen.
Onderwerpen en manier waarop de stof wordt overgedragen
Een van de lesonderwerpen is detailwerk aan de muzikale tekst wat betreft artikulatie, ritmiek, vibrato, klank en muzikale richting. Bij deze lesonderwerpen gebruikt Ties vooral een aanbiedende werkvorm, hij speelt veel voor, zingt voor of zingt mee. Hierbij brengt hij ook een grote energie over en is nauw betrokken bij wat de leerling doet. Een ander lesonderwerp zijn technische problemen. Hierbij geeft hij aanwijzingen zoals bijvoorbeeld: “hou je vingers ontspannen” of hij geeft studeeraanwijzingen die de leerling in de les al uitprobeert. Een volgende lesonderwerp wat bij veel leerlingen aan de orde komt is de studeermanier en het bewustmaken hiervan. Om dit te bereiken stelt Ties inzicht- en evaluatie vragen en laat de leerling rustig nadenken. Hij gaat op de antwoorden in en legt manieren uit hoe je effectief kan studeren en ook hoe je ontspannen kan voorspelen zonder dat er een stemmetje in je hoofd is wat alles becommentariseert. Hij verwijst naar psychologieboeken zoals “Het maakbare brein” als zijn bron en raadt aan dit te lezen.
Interactie en stijl van de docent
De interactie en stijl is afhankelijk van het niveau van de leerling. Hoe verder gevorderd de leerling, des te meer Ties zijn lesstijl in de richting ´laissez-faire´ gaat. Ties geeft de leerling dan de ruimte om zijn/haar stemming en persoonlijkheid toe te laten in de les. Als hij met een leerling aan toonladders en etudes werkt is zijn lesstijl meer autoritair, maar er is altijd ruimte voor opmerkingen of vragen.