donderdag 4 maart 2010

De toekomst van de klassieke muziek Ik speel op de Nederlandse en buit...

De toekomst van de klassieke muziek

Ik speel op de Nederlandse en buitenlandse concertpodia sinds eind jaren '90.Sindsdien heb ik niet echt een trend in mijn reguliere concerten kunnen bespeuren. De concertvorm lijkt over het algemeen vrij statisch te zijn. Pas het laatste jaar gonst er iets. Mensen beginnen zich zorgen te maken over de klassieke muziek in het algemeen. Er worden verschillende oplossingen genoemd. Begin jaren 2000 lag één van de antwoorden in de cross-over. De combinatie van klassieke muziek en musici met andere disciplines, hip-hop, rock, pop, dans, etc., om zo een ander publiek de concertzaal in te krijgen. Zo hoopten ze dat als mensen eenmaal van klassieke muziek hadden geproefd, ze zouden terugkomen naar de reguliere programmering. Dat bleek niet te werken. Nu ligt de 'formele' concertvorm onder vuur. Het klassieke concert zou te stijf zijn, het publiek te oud. Jonge mensen voelen zich hierdoor niet op hun gemak, en hoe goed de muziek ook is en gespeeld wordt, hierdoor komen ze niet naar klassieke concerten. En ik geef ze vaak geen ongelijk. Als ik eerlijk ben voel ik me meer op mijn gemak in zalen als het BIMHuis. Waar de sfeer informeler maar toch ook zeer respectvol is. De directeur legde me ooit uit wat zijn visie was. Dat illustreerde hij aan de hand van zoektocht naar de goede deuren voor de zaal. Deze deuren moesten geruisloos open dicht kunnen tijdens het concert, als mensen uit het publiek een drankje wilden halen en ze moesten de zaal afschermen van het cafégedruis, maar tegelijkertijd moest je ook het gevoel hebben dat er nog wel iets was daarbuiten.

Als ik heel eerlijk ben tegen me zelf, wil ik gewoon spelen. 'Gewoon' concerten geven. Ik weet niet of er een wezenlijk verschil is met een regulier concert. Misschien wel. Ik vertel wat over de stukken die ik speel, waarom vind ik ze goed, wat voor muziek is het, etc. Ik vind het een leuk een wij-gevoel te creëren in de zaal. Maar dat is ook van het moment zelf afhankelijk en ik ben natuurlijk geen acteur of cabaretier. Soms gaat dat gewoon niet.
Ik trek ook wel eens wat anders aan. Meestal spelen musici in accountantspakken of rokkostuums. Zeker het maatpak is kleding die mensen zelf al dragen doordeweeks, op kantoor. Daarom vraag ik regelmatig AZIZ iets voor me te ontwerpen. Maar wederom, soms draag ik ook een pak...
Het hangt van het moment af, van mijn eigen stemming. Soms heb ik niet zo'n zin om te praten en dan wil ik de muziek meer laten spreken. De Tracks serie in het Concertgebouw is een erg mooie opzet (www.concertgebouwtracks.nl). Dat zijn eigenlijk heel 'normale' concerten waar de musicus veel vrijheid krijgt om zijn eigen ding te doen. Ik deed zo'n concert in december (zie bijlage, Uitkrant, maart 2010). (op de site staat ook een interviewtje met ondergetekende waarin ik wat meer uitleg over mijn visie destijds).

Trouwens, wat is een 'gewoon' concert? Een concert moet toch altijd zo bijzonder mogelijk zijn, of je nu een accountantspak of een spijkerbroek aan hebt?

Misschien is voor mij persoonlijk een persoonlijk en integer concert erg belangrijk. Ik ben erg enthousiast over bepaalde muziek en ik wil die graag delen met zo veel mogelijk mensen.  Misshcien is het wel zo dat musici meer de kans zouden moeten krijgen om zichzelf te zijn op het podium. Om de verscheidenheid aan persoonlijkheden te laten zien tijdens een concertserie. Daar ligt dan ook een taak voor programmeurs. Iemand die hier net mee begonnen is, is Christiaan Kuyvenhoven met zijn serie P!tch in het Betty Asfalt Complex in Amsterdam. Alhoewel de serie op veel vlakken nog in de kinderschoenen staat, is er na een paar edities al een vast en jong publiek. Christiaan combineert zijn losse en ietwat SBS6-erige presentatie met een ijzersterke inhoud. En dat maakt deze serie erg bijzonder. Ik speelde een paar dagen geleden Bach, Berio en Gubaidulina in deze serie, voor jonge mensen die er van smulden. Christiaan interviewde me tussen de stukken door, en we hadden allemaal een leuke avond. En het leuke is, dat ik persoonlijk nog eens beter ga spelen van zo'n losse sfeer. Voor aanvang van het concert haalden we als een soort rattenvangers van Hamelen het publiek op uit de foyer met een moderne improvisatie en leidden ze zo de zaal in.
Dit hoeft allemaal niet tot in de puntjes gepland te worden. De echte planning zit hem in hoe ik de noten wil spelen, dat is al genoeg werk! Als ik de kans krijg om mezelf te zijn op het podium is het halve werk misschien al wel gedaan....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten