dinsdag 20 juli 2010

Een email aan de directrice a.i. van het Fontys Conservatorium.

Beste Maria,

Je vroeg me na afloop of ik het een prettig gesprek vond. Het antwoord is bevestigend, nog steeds, al was het alleen maar omdat mijn gedachten weer op gang zijn gekomen. Over 'de markt': de markt is verzadigd, er is geen behoefte aan musici, aan instrumentalisten, zangers.

Zoals ik al zei, wie heeft er behoefte aan nóg een opname van het vioolconcert van Bruch, Mendelssohn? Niemand! Toch verkocht Janine Janssen hopen platen met die 'uitgekauwde' stukken. En wat is dat dan? Podiumpresentatie, zeg jij, marketing zegt de ander, nog een ander zegt dat ze er mooi uitziet. Iedereen heeft gelijk, maar tegelijkertijd niemand. Als iedereen gelijk zou hebben, zou er een formule te bedenken zijn waardoor mensen meer kans hebben op succes. Dat is natuurlijk niet zo, niet op Janine-niveau, maar ook niet op het niveau van de gemiddelde Fontys student. (lees ook eens Normal Lebrecht's 'Requiem voor de Muziek', dat gaat gaat over het a.s. failliet van de klassieke muziek zoals hij dat voorspelt in de jaren '90)
Een goede docent moet uiteindelijk op zoek naar datgene wat een artiest (geen muzikant!) uniek maakt. Dát is wat diegene te bieden heeft aan de markt. Janine is uniek, dat ziet iedereen! Maar elke Fontys student ook!
Niet iedereen is voor het podium, misschien krijgt iemand een blessure, of ligt er een heel andere weg klaar. Het is zaak daarvoor open te staan. Daarom zou het heel jammer zijn als studenten tijdens hun instrumentale opleiding al moeten kiezen welke weg ze in gaan: de stromingen die je beschreef. Iedereen heeft zijn eigen weg. We hebben geen idee, er zijn evenveel types mensen als er mensen zijn!
Daarom is vrijheid en het bieden van kansen de beste weg, als je het mij vraagt. Áls je het mij zou vragen :-) Dat is iets waar geen enkel conservatorium wat mee doet. En dat is jammer. Alle conservatoria zijn bezig met verbreding, marktgericht werken, ... Dat ís ook belangrijk! Begrijp me goed. Maar het is niet de essentie. De studenten zijn al artiesten. Wij moeten ze de kans geven dat ten volste te ontwikkelen.
(In de praktijk komt dat vooral neer op genoeg uren kunnen maken op je instrument.)

Als ik naar mijn eigen praktijk kijk (en daar schrijf ik ook over op mijn blogs, o.a. op blog.certotv.nl, hier is mijn entry over Hans Abbing: http://blog.certotv.com/?p=655), dan zie ik dat ik alle stromingen die Fontys nu aanbiedt  in mijn beroepspraktijk heb verwerkt. Niet omdat ik dat móet doen omdat dat nu eenmaal 'marktgericht' is of zoiets, maar omdat ik zo in elkaar zit. Ik speel, werk met elektronica, speel nieuwe en oude muziek, arrangeer, componeer, schrijf columns, improviseer, publiceer af en toe eens wat, geef les, doe grote educatieve projecten (vooral in de VS), werk interdisciplinair (met o.a. voormalig Dogtroep, de Groep van Steen), maak CD's op het eigen label van mijn kwartet, ... Ik zou niet graag de boodschap hebben gekregen dat ik moest kiezen voor een bepaalde stroming op het conservatorium omdat er anders geen werk voor me is. Het zou geweldig zijn als een conservatorium wel de middelen kon aanreiken (de middelen die jij én ik zo belangrijk vinden) maar de 'nieuwe vormelijkheid' zo veel achterwege kunnen laten.

Ik kan mezelf een succesvol muzikant noemen; ik ben tevreden met wat ik doe, ik doe wat ik wil, ik speel, schrijf, geef les aan een mooi conservatorium... Maar wie ben ik om dit te gaan analyseren en mijn leerlingen hierin te gaan 'lesgeven'? Zij hebben hun eigen weg. Ik kan ze vertellen wat ik doe, en ik hoop dat ze geïnspireerd raken, maar ze moeten niet doen wat ik doe. Dé formule bestaat niet. Hoe goed je ook speelt. Inspiratie en vrijheid zijn wat mij betreft de belangrijkste speerpunten in muziekonderwijs (gecombineerd met een oerdegelijke basis, natuurlijk!).
Ik ben doodgegooid in Amsterdam met de boodschap dat muziekstudenten het niet goed doen, dat we marktgerichter moesten denken, dat we niet alleen maar moesten spelen. Maar concrete en vooral effectieve actiepunten kreeg je nooit (behalve de inkoppertjes: goed spelen, een website, mooie programmering, etc.). Logisch natuurlijk, die kan je alleen zelf bedenken, en je moet tijd krijgen die te ontwikkelen en aan te voelen.
In plaats van (of naast) cursussen podiumpresentatie, marketing, zou het niet wat zijn om studenten een workshop zelfvertrouwen te geven, de erkenning dat je ideeën de moeite waard zijn, en hoe je kan uitwerken: op alle manieren: in een muzikale frase, de ontwikkeling van 1 losse toon in een frase, interdisciplinair projecten, arrangementen, etc.

Een eye-opener was Seth Godin's (bekijk zijn lezing op TED.com) 'Purple Cow': marketing is 'uit'. Het product zelf is in, op alle markten, hetzij CD's, kunst, chocola, koffie, restaurants. Er is vandaag de dag geen behoefte meer aan iets. Tegenwoordig maakt het product reclame voor zichzelf. Zoals we daar hebben bakfiets.nl, Starbucks in een eerdere fase, Apple (de iPhone!), Naxos, maar ook de talloze youtube ontdekkinkjes in de popmuziek. Naxos was revolutionair, de markt leek verzadigd met 'yet' de zoveelste opname van een Beethoven cyclus, Mozart, Bach... Naxos kwam met een nieuw concept: goede opnames van dezelfde stukken voor een fractie van de prijs. Het Kruidvat nam dit concept over en verbeterde het: het NL'se Brilliant Classics ligt overal, tot in Thailand. Hét nieuwe kunstproduct wat Fontys studenten gaan wegzetten is niet te voorspellen. Google heeft het door: die laten hun werknemers op gezette tijden en ruim bemeten (!) in de werktijd van hun baas nieuwe producten ontwikkelen zonder dat ze zich daarvoor hoeven te verantwoorden. Alle revolutionaire Google producten komen uit dit laboratorium. Daar zat geen marketing strategie onder, behalve hun mensen de vrijheid geven hun creativiteit te ontwikkelen, op kosten van de zaak!
Het Google model voor het Fontys conservatorium, dat zou wat zijn!

Je zei dat uit onderzoek is gebleken dat afgestudeerde studenten behoefte hadden aan marktkennis. Misschien hebben ze vooral behoefte aan de informatie dat muziek kunst is, en alle muzikanten artiesten zijn. De term conservatorium is natuurlijk (excusez le mot) verneukeratief! Muziek is grenzeloos. Daarom ben ik het ook niet eens met de gedachte dat 'reproducerende' klassieke musici niet zouden creëren. Het is alleen een kwestie van waar je de grens legt. Is het naspelen van John Coltrane creëren? Zelf een Bach fuga schrijven? Op het podium moet alles zijn alsof je het op dat moment zelf verzint. het stuk waar je zo lang op hebt gestudeerd, de licks die je zo lang geprobeerd hebt in je vingers te krijgen moeten er als vanzelf uitkomen. Dat ís creëren. Het is een zienswijze, een gevoel.
Trouwens, wat is de meest duidelijke kennis over podia die je moet weten? Dat ze overstelpt worden met aanbod, en het meeste nog goed en interessant isnook. Als je écht bij die markt wil aansluiten moeten we tegen de leerlingen zeggen dat het zinloos is om jouw programma daar bij te leggen. Maar dat is het natuurlijk niet. En waarom niet? Als ik dat toch eens wist. Misschien moet ik zelf die de stroming 'podia' ook maar gaan volgen.

Over vormelijkheid: Het probleem is dat dé klassieke muzikant een duidelijk beeld oproept bij mensen: een succesvol solist, die 120 keer per jaar speelt (wie wíl dat?!) en veel platen maakt op Sony, of DG... De boodschap is eigenlijk heel helder. De muzikant van de toekomst hoeft dat niet na te doen. Dat hoefde sowieso al niet. We zijn artiesten, we mogen doen wat we willen. Het zou jammer zijn als, wat ik noem, 'nieuwe vormelijkheid' het gaat overnemen van de oude.
Ik zou bovendien niet willen dat onze studenten straks vastzitten aan een stroming omdat ze daar nu eenmaal voor gekozen hebben.

Overigens is het Fontys een goed conservatorium. Laat daar geen misverstand over bestaan. er zit muziek in de lucht, creativiteit! De zaken waar wij het over hadden zijn daar in de eerste instantie en tot op zekere hoogte ondergeschikt aan.

Hartelijke groet,
Ties

Geen opmerkingen:

Een reactie posten